Poetsen

 

Sinds de orthodontist aan het begin van de kerstvakantie (toen we even langs gingen voor een spoedafspraak omdat de blokbeugel van Oudste wel erg veel pijn deed bij haar tong) een beetje mopperde dat de beugel beter gepoetst moest worden, stop ik het glitterrozedingmetijzerdaad regelmatig in een bakje schoonmaakazijn, waarna ik er stevig op los poets met een schoonmaaktandenborstel. Ruim een maand heeft ze het ding nu. Aan de ene kant begint ze er aan te wennen, aan de andere kant merk ik dat ze het toch een vervelend ding vindt. Praten lukt nog altijd niet zo duidelijk als zonder beugel en het blijft een groot ding om in je mond te hebben. Toen ze er een keertje erg van baalde kwam ze bij me en vroeg me “Ben ik zoals ik nu ben, niet mooi dan?”.

Bam. Boem. Daar brak mijn moederhart. Of ze nu, met haar gebit met grote voortanden en een overbite niet mooi was, dat vroeg ze me. Continue reading “Poetsen”